Enkele gevolgen van chronische nieraandoeningen

Anemie (bloedarmoede)

De nier produceert in normale omstandigheden een stof die de aanmaak van de rode bloedlichaampjes stimuleert (het erythropoetine of epo). Wanneer de nierfunctie vermindert, zal ook de aanmaak van dit epo verminderen, en de patient zal bloedarmoede ontwikkelen. Erythropoetine is momenteel als medicatie beschikbaar onder vorm van spuitjes, die wekelijks of om de twee weken moeten worden toegediend. Hierdoor kan de bloedarmoede bij de meeste patienten voldoende worden gecorrigeerd. Gezien voor de aanmaak van rode bloedcellen ook ijzer noodzakelijk is, wordt een behandeling met epo vaak gecombineerd met een behandeling met ijzer. Dit ijzer kan ofwel onder vorm van pilletjes of onder vorm van een infuus worden toegediend.

Botmetabolisme, Calcium/Phosphor metabolisme

Door de verminderde nierfunctie zal ook de uitscheiding van phosphor afnemen, en zal de hoeveelheid phosphor in het bloed dus toenemen. Verder zal door de verminderde nierfunctie ook minder actief vitamine D worden aangemaakt. Hierdoor zal minder calcium worden opgenomen uit de voeding, en zal het calcium in het bloed dalen. Het lichaam zal proberen dit te corrigeren door meer calcium uit het bot te halen. Echter, als de calcium spiegel in het bloed toeneemt, zal dit gaan samenklitten met het opgestapelde phosphor, en neerslaan als “kalk” in de bloedvaten en de weke weefsels.
Om dit te vermijden is het belangrijk te verhinderen dat de phosphor uit de voeding wordt opgenomen in de darm. Hiervoor worden “phosphorbinders” gebruikt, zoals calciumcarbonaat, calciumacetaat, of Renagel. Deze stoffen zijn effectief, maar moeten vaak in vrij grote hoeveelheden ingenomen worden om voldoende effect te sorteren.
Om de aanmaak van actief vitamine D te verbeteren wordt gebruik gemaakt van “geactiveerde vitamine D”, bv Alfa Leo of Rocaltrol.

Verzuring van het bloed

Door de opstapeling van giftstoffen zal het bloed ook gaan verzuren. Hiertoe zal de arts vaak natriumbicarbonaat voorschrijven, onder vorm van gelules die de apotheker aanmaakt.


Bloeddrukverlagende medicatie

Ook in deze faze blijft een goede controle van de bloeddruk belangrijk, vooral om hartoverbelasting te vermijden.

Vaccinatie

Patienten met chronisch nierlijden hebben een sterk verhoogd risico op besmetting met hepatitis B. Uw arts zal u daarom laten vaccineren tegen hepatitis B zo u hier nog geen antistoffen zou tegen hebben. Deze vaccinatie gebeurt door een drietal onderhuidse inspuitingen.