u bevindt zich hier: onthaal → de zieke nier → acute nieraandoeningen → aandoeningen
Voor de volledige tekst met foto’s: klik op deze linkHoofdingwebsite1.docHoofdingwebsite1.doc
Hoofdingwebsit2.doc
Acute aandoeningen van de nier kunnen we onderverdelen in de echte aandoeningen van de nier zelf, de “postrenale” of urologische complicaties, en de “prerenale” nieraandoeningen, of een slecht functioneren van de nier door een slechte bloeddoorstroming van de nier.
Postrenale of urologische complicaties
Meest bekend zijn waarschijnlijk de urologische acute complicaties: de nierontsteking (pyelonefritis), de nierstenen (nefrolithiase), en de obstructie.
Een pyelonefritis of nierbekken ontsteking is een gecompliceerde en meer ernstige vorm van een blaasontsteking, waarbij bacteriën ook het nierweefsel en de nierkelken zullen aantasten. Deze aandoening komt meer voor bij vrouwen, maar kan ook bij mannen voorkomen. Bij vrouwen kan de aandoening echter voorkomen zonder dat er verder onderliggende ernstige afwijkingen zijn, bij mannen moet steeds gezocht worden naar een onderliggende oorzaak die deze aandoening mogelijk maakt.
Een nierbekkenontsteking gaat meestal gepaard met branderigheid tijdens het plassen, frequent plassen als symptomen van urineweginfectie, maar de patiënt is ook algemeen veel meer uitgesproken ziek dan bij een banale urinaire infectie: er is hoge koorts, met braken, ongezond zijn. Er is slagpijn over de nierloge van de aangetaste nier (halfweg de rug, thv de ellebogen).
De behandeling bestaat uit langdurige behandeling met antibiotica (meestal 4-6 weken). De behandeling moet langdurig worden aangehouden, omdat anders de infectie snel kan terugkeren.
Bij een niersteen of nefrolithiase is er vorming van een klein brokje materiaal, vaak op basis van calcium (kalk) met fosfaat, ofwel van urinezuurkristallen, maar ook andere chemische stoffen kunnen aanleiding geven tot steenvorming. Stenen op basis van kalk zijn zichtbaar op een klassieke radiografie en op een echografie, maar urinezuurstenen kunnen onzichtbaar zijn op klassieke rontgenfoto’s als ze geen kalk bevatten. Verder kan een niersteen ook geinfecteerd geraken, of opgebouwd worden door de aanwezigheid van bacteriën. Deze soort stenen (struvietstenen) zijn vaak heel groot, en kunnen de volledige nierkelk opvullen.
De klachten van patiënt ontstaan als de normale afvloei van de urine wordt verhinderd door de aanwezigheid van de steen in de nierafvoerbuis. Hierdoor ontstaat een overdruk in het afvoersysteem, wat de patiënt ervaart als zeer pijnlijk. De pijn is meestal gelokaliseerd in de flank, en straalt uit naar voor, naar de schaamstreek. De pijn is hevig, en gaat op en af (koliekpijn).
Wanneer de steen vast komt te zitten, en de afvloei volledig blokkeert, zal de nier stoppen met het filtreren van bloed en het vormen van urine. Men spreekt dan van een “obstructie”. Merk op dat de patiënt echter wel nog urine maakt, omdat de andere nier gewoon verder werkt! Op de foto hieronder ziet u hoe de nierkelk volledig is opgezet (donkergrijze zone thv de smalle pijl). Merk ook op dat de nier minder filtreert: er is duidelijk minder kleurstof in het nierweefsel van de aangetaste dan van de normale nier (dikke pijlen).
Een andere vorm van obstructie die wel aanleiding geeft tot volledig wegvallen van de urineproductie is de “urineretentie” waarbij de patient de blaas niet kan ledigen omdat de afvloei belemmerd is thv de blaasuitgang of in het plaskanaal. Dit komt frequent voor bij (oudere) mannen op basis van opzetting van de prostaat (door ontsteking, of door aanwas, of door een prostaatgezwel), maar het kan ook voorkomen bij vrouwen, bvb bij doorgroei van een baarmoederhalskanker. Ook een niersteen die vast komt te zitten aan de blaas uitgang kan uiteraard een volledige obstructie veroorzaken. Voor al deze aandoeningen is een urologische ingreep met het herstellen van de mechanische afvloei van de nier noodzakelijk.
Acute aandoeningen van de nier zelf
Aandoeningen van de nier zelf kunnen zich onder verschillende vormen voordoen: ofwel is er een ziekte die uitgaat van het nierweefsel zelf, ofwel is de nieraantasting het gevolg van een aantasting van andere organen die een slecht functioneren van de nier tot gevolg heeft.
Een minderheid van de acute nieraandoeningen is te wijten aan een onderliggend nierprobleem. Hierbij is er een ziekte van de nier zelf, ofwel een aantasting van de filter (de glomerulus, we spreken dan van een glomerulonefritis), ofwel is er een ontsteking van de kleine haarvaatjes die het bloed naar de nierfilters aanvoeren (een vasculitis). Beide zijn meestal veroorzaakt door een verstoring in ons afweersysteem, dat afweerstoffen zal aanmaken tegen ons eigen weefsel: de nierfilter (of glomerulus, fijne pijl) in het geval van een glomerulonefritis, of de bloedvaatjes in het geval van een vasculitis. We spreken in dat geval van een auto-immuun aandoening. Deze aandoeningen gaan vaak ook gepaard met algemene ziekte, gezien vaak ook andere organen in het proces betrokken worden, vb de longen of de spieren en gewrichten. Klassiek is bvb reumatoide arthritis, waarbij afweerstoffen gevormd worden die het gewrichtskraakbeen aantasten, maar waarbij ook aantasting van de bloedvaatjes thv de nier kan optreden.
Vele van deze aandoening kunnen ook traag verlopen, of uiteiendelijk aanleiding geven tot chronisch nierfalen. Zie daarom ook de rubriek “chronische nieraandoeningen: groepen van aandoeningen”.
De diagnose van deze aandoeningen gebeurt meestal door het afnemen van een nierbiopsie. Hierbij wordt door een prikje in de nier met een fijne naald een kleine cilinder nierweefsel (ongeveer één millimeter doormeter) weggenomen voor microscopisch onderzoek. Een nierbiopsie is eigenlijk pijnloos, en gebeurt onder lokale verdoving.
Bij mensen met een snel evoluerende nieraantasting (rapidly progressive nephropathy) op basis van een auto–immuun ziekte zien we dat de nierfunctie op enkele dagen of weken snel achteruitgaat. De patient heeft vaak hoge bloeddruk. Bij het urine onderzoek bemerken we vaak de aanwezigheid van grote hoeveelheden eiwit (proteïnurie) en van rode bloedcellen (hematurie). Op de foto hiernaast ziet u de aanwezigheid van rode bloedcellen in de urine (pijltjes).
Door het eiwitverlies zal de patient ook vochtopstapeling gaan vertonen, welke meestal eerst zichtbaar wordt in de benen en het gelaat (oedeem).
Hoewel het uiteindelijke werkingsmechanisme voor al deze aandoeningen gelijk is, is de onderliggende oorzaak zeer uiteenlopend. Soms is de verstoring van het afweersysteem zonder enige oorzaak (vb bij lupus, of bij Wegener), soms is ze veroorzaakt door een infectie (vb bacterieel bij meningococcensepsis, of viraal bij Henoch Schonlein).
De behandeling van deze aandoeningen is uiteraard afhankelijk van de onderliggende oorzaak, maar vaak wordt een cocktail gebruikt van medicaties die ons afweersysteem uitschakelen, vb met corticoiden. Veelal dient deze medicatie levenslang te worden ingenomen om een herval te voorkomen.
Bij de meerderheid van de gevallen wordt de nier beschadigd door het slecht functioneren van andere organen, of door een vergiftiging. Het nierfalen is dan een deel van een algemene aantasting van het lichaam, en we spreken dan ook vaak van een “multiple orgaan falen”. Ernstige infecties (sepsis) gaan bijvoorbeeld vaak gepaard met longaantasting, nieraantasting en nierfalen. De prognose van een dergelijk multi-orgaanfalen is uiteraard bepaald door de ernst van de aantasting maar ook door het aantal organen dat is aangetast.
Door de specifieke bouw van de nieren zijn het meestal de nierbuisjes (tubuli) die eerst door een dergelijk multi-orgaanfalen worden aangetast (zie bovenstaande figuur: driehoekjes). Daarom spreken we van een “acute tubulusnecrose”. De nierbuisjes zijn eigenlijk hele kleine kanaaltjes waar de urine wordt bewerkt en verzameld om afgevoerd te worden naar de blaas. Deze tubuli zijn bekleed met een speciaal soort cellen die al de bewerking op de urine uitvoeren, vb het terug opnemen van belangrijke voedingsstoffen die in de urine zijn terechtgekomen, maar ook het regelen van de zout en water balans. Wanneer deze cellen aangetast worden, zullen ze los komen van hun onderliggende buiswand, en zullen ze aan elkaar gaan klitten, waardoor ze uiteindelijk de nierbuisjes gaan verstoppen.
De cellen in de nierbuisjes hebben echter het vermogen om zich te herstellen, en hun gewone positie terug in te nemen. Een acute tubulusnecrose is dus in principe volledig herstelbaar. Meestal duurt het 4 tot 6 weken vooraleer de niertubuli volledig hersteld zijn. Het is de taak van de arts om de nierfunctie in tussentijd te vervangen met behulp van een kunstnier, zodat de nier tijd krijgt om zich te herstellen. Indien geen kunstnier beschikbaar is, zal de patiënt immers overlijden door opstapeling van afvalstoffen en water door het uitvallen van zijn eigen nierfunctie.
Naast het multi-orgaan falen kan een acute tubulus necrose ook uitgelokt worden door vergiftiging, of door zuurstoftekort ter hoogte van de nier, vb na een hartstilstand.
!!BELANGRIJK!!
Een oorzaak van acuut nierfalen die aan belang wint is diegene die optreedt na toediening van kleurstoffen (contrast) voor het nemen van rontgenfoto’s, vb scanners of onderzoek van bloedvaten. Deze kleurstof is op zichzelf giftig voor de tubuluscellen van de nier, maar kan ook neerslaan in de nierfilters. Daarom is het belangrijk dat men voldoende vochtinname voorziet vóóraleer men een dergelijk onderzoek ondergaat. Ofwel zal de arts u vragen enkele uren vóór de foto’s genomen worden naar het ziekenhuis te komen en zal men dit vocht rechtstreeks in de ader geven, ofwel moet u thuis voldoende drinken. We raden aan om minstens 2 liter zoutrijk water (vb Vichy Celestin) te drinken in de uren voor en na het onderzoek.
Een uitval van de nierfunctie kan ook veroorzaakt worden door een verminderde doorbloeding van de nieren. Een nier functioneert als een filter, die het bloed zuivert. Er moet dus voldoende “druk” zijn in de nier om deze filtratie toe te laten, de glomerulaire filtratiedruk. Wanneer er onvoldoende druk is in de filter, zal de filtratie stoppen, en zal de nier dus niet meer functioneren. Een gezonde nier kan door allerlei aanpassingsmechanismen de filtratiedruk thv de filter stabiel houden binnen bepaalde bloeddrukgrenzen (zie figuur). Dit proces noemen we de autoregulatie. Eens de nier is aangetast, verliest ze deze autoregulatie capaciteit, wat uiteraard tot verdere daling van de glomerulaire filtratie zal aanleiding geven.
Dit wegvallen van de filtratiedruk kan door verschillende oorzaken worden uitgelokt:
1)Uitdroging, waarbij er gewoon te weinig circulerend vocht is om de nier te bevloeien; 2) hartfalen, waarbij het hart er niet in slaagt om voldoende druk op te bouwen om de nier van bloed te voorzien (normalerwijze gaat ¼ van het hartdebiet naar de nieren); 3) een verstopping of ernstige vernauwing van de bloedvaten die naar de nier lopen; 4) medicaties die de autoregulatie van de nier verstoren.
Vaak is er een combinatie van factoren, vb iemand die medicatie neemt voor zijn hartfalen, en die uitgedroogd geraakt door diarrea zal snel een acuut nierfalen ontwikkelen, omdat sommige van de “risicofactoren” al aanwezig zijn, terwijl er in normale omstandigheden, zonder de diarrea, geen probleem zou geweest zijn. Bij andere mensen is er al een vernauwing aanwezig op de grote bloedvaten naar de nieren. Wanneer deze mensen medicatie nemen die de autoregulatie van de nier verstoren, zal de nierperfusie snel in het gedrang komen.